Omstreeks het begin van de twintigste eeuw werd soms gedacht dat de wegligging van een personenauto soepeler zou zijn als die auto meer dan de gebruikelijke vier wielen had.
PERSONENAUTO MET ZES WIELEN
1897. Eerste auto: Lepape (Frankrijk).vóór De Dietrich (Frankrijk, 1903) en Borderel-Cail (Frankrijk, 1905).
PERSONENAUTO MET ACHT WIELEN
1911. Eerste auto: Reeves (Amerika). Sindsdien was er nog maar één automerk geweest die hierin volhardde. De zeer toepasselijke merknaam van dat voertuig luidde: Eight Wheel Motor Vehicle (Amerika).
PERSONENAUTO MET VIJF WIELEN
1917. Eerste auto: Smith Flyer (Amerika). Dit was een zogenaamd buckboard, een soort kart avant la lettre waarvan alleen het achterste (vijde) wiel werd aangedreven. De Briggs & Stratton (Amerika) was de bekendste van dit soort voertuigen.
Kurtis (1948).
RACE-AUTO MET VIER ACHTERWIELEN
1948. Daarna kwamen zeswielers alleen nog enkele malen in de autosport voor. Eerste race-auto met vier achterwielen en twee voorwielen: Kurtis (Amerika). De bedoeling was dat met behulp van vier aangedreven achterwielen de tractie verbeterd zou worden. De auto was geen flop maar leverde ook geen merkbare verbetering op.
March (1977).
1977. Zodoende bleef het bij deze ene poging, totdat March in 1977 een Formule 1-auto van hetzelfde concept construeerde. De auto was primair bedoeld als PR-stunt, maar kwam in de Formule 1 niet aan de bak. Dat was jammer, want de auto bleek daarna in privé-handen uitstekend tot zijn recht te komen in Engelse hill climbs.
Tyrrell (1976).
RACE-AUTO MET VIER VOORWIELEN
1976. Eerste race-auto met vier voorwielen en twee achterwielen: Tyrrell (Engeland, 1976, zie de afbeelding). Bij deze Formule 1-auto was het voornamelijk te doen om een betere aerodynamica (vier kleine in plaats van twee grote voorwielen) plus een kleiner frontoppervlak en wegligging (door meer contact tussen banden en wegdek). De achterste helft van de auto was volkomen conventioneel.