Een moderne autobus is een bedrijfswagen met ruimte voor meer dan acht personen (exclusief de bestuurder) plus al hun bagage.
1564. De eerste autobus ooit – hoewel nog niet in de vorm van een motorvoertuig – was de door paarden getrokken long waggon uit 1564. Deze had niet eens zitplaatsen, al kon hij wel twintig man tegelijk vervoeren. Eigenlijk begint hier dus wat wij nu ‘openbaar vervoer’ noemen.
1662. In Parijs werd de eerste serieuze poging ondernomen tot een geregelde busdienst die vergelijkbaar is met wat we nu kennen, met een vastgestelde route door de stad voor de eenheidsprijs van 5 cent. Kennelijk was men zijn tijd vooruit, want het project werd al snel stopgezet. Nogal verrassend duurde het daarna bijna anderhalve eeuw voordat Jacques Lafitte (Frankrijk, 1819) een nieuwe poging waagde.
1803. Richard Trevithick (Engeland) had bij zijn auto-ontwerp van 1803 een totaal andere weg gevolgd dan zijn voorganger Cugnot. Trevithicks auto was eigenlijk een gemotoriseerde postkoets, dus geschikt voor het vervoer van minimaal acht personen plus hun bagage. Dat is in de moderne wereld de basisvoorwaarde om een motorvoertuig als ‘autobus’ te kwalificeren. In dat geval zou Trevithick hiermee dus de eerste autobus ooiut hebben geschapen – maar liefst 93 jaar vóór Benz.
1823. Stanislas Baudry (Frankrijk) was de bedenker van de term ‘omnibus’ hetgeen in het Latijn ‘voor iedereen’ betekent. In tegenstelling tot wat er in Engeland gebeurde, werden in Frankrijk nog jarenlang paarden ingezet. Vreemd eigenlijk, als je bedenkt dat de Fransman Cugnot een halve eeuw eerder de eerste auto ooit bouwde. De hedendaagse norm is dat er plaats moet zijn voor meer dan acht passagiers.
1824. Uitvinder van de autobus met stoommotor: William James (Engeland). James bouwde zijn voertuig met Trevithicks prototype als leidraad, dus een typisch negentiende-eeuwse stoomautobus zoals die in de eerstvolgende vijftig jaar in Engeland interlokale lijndiensten zouden gaan verzorgen. James’ voorbeeld werd al spoedig gevolgd door onder meer zijn succesvollere landgenoten Goldsworthy Gurney en Walter Hancock. Sommige van dit soort voertuigen konden wel vijftig passagiers vervoeren.
1888. Uitvinder van de autobus met elektrische aandrijving: Radcliff Ward (Engeland). Dit betrof een echte autobus en geen trolleybus.
1896. Uitvinder van de autobus met benzinemotor: Carl Benz (Duitsland). Benz is ‘slechts’ de uitvinder van de autobus met benzinemotor, hoewel hij in de historie te boek staat als de uitvinder van de autobus in het algemeen. Hieruit blijkt opnieuw, dat geschiedschrijvers stoomaandrijving om de een of andere reden nooit serieus hebben genomen.
‘Autobus’ van Shintaro Yoshida (1905).
1905. Japan bevond zich tot ver in de jaren vijftig op autotechnisch gebied op uitgesproken derdewereld-niveau. Des te verbazingwekkender was het dat een Japanner genaamd Shintaro Yoshida in 1905 op eigen houtje en zonder een goed voorbeeld deze zeer eigentijdse autobus ontwierp.
Zie elders in dit document:
‘ROAD TRAIN’ [1832]
TROLLEYBUS [1896]