Een automobielclub behartigt, lokaal, landelijk of wereldomvattend, de belangen van het gehele ‘autovolk’: autofabrikante, auto-impoturs, automobilisten en autosporters.
1894. Tot dan toe had de organisatie (de krant Le Petit Journal) het nog niet aangedurfd om overheden niet direct al tegen de haren in te strijken. Daarom werd hun eerste race van Parijs naar Rouen officieel een betrouwbaarheidsrit genoemd. Dat was voor ontevreden coureurs‑in‑de‑dop reden om op 18 december 1894 een Commission Directeur de la Course de Voitures Mécanique op te richten met als primair doel: het organiseren van een échte autorace. Die commissie vormde het zaad waaruit een jaar later de ACF zou voortkomen.
Cartoon by Rens Biesma.
1895. De eerste landelijke automobielclub in Amerika was de American Motor League (AML). De datum van oprichting was 1 november 1895, elf dagen eerder dan die van de ACF (zie hieronder). De AML ging echter te ambitieus te werk, omdat men in Amerika de (vaak tegenstrijdige) belangen wilde behartigen van zowel autofabrikanten en autotechnici als auto-eigenaren. Opheffing volgde in 1904, twee jaar na de oprichting van de concurrerende American Automobile Association (AAA) organiseerde al direct (vanaf 1911) de’Indy 500′ en vanaf 1916 voor het eerst een landelijk autosportkampioenschap. Dat betrof het Amerikaans Indycar Championship met races op allerlei circuits: korte dirt tracks, korte en lange ovals (zoals Indianapolis), ovals, wegcircuits en zelfs een bergklim (Pike’s Peak). In Europa was voornoemde Automobile Club de France (ACF, Frankrijk) de eerste automobielclub. De aanvankelijke benaming luidde overigens ‘Automobil Club’. Datum van oprichting: 12 november 1895. Aanvankelijk beperkte de ACF zich primair tot het reguleren van de door Frankrijk gedomineerde ‘Europese’ autosport. In de voetsporen van Frankrijk volgden al spoedig België (1896), Engeland (1897), Italië (1897), Oostenrijk (1898) en … Nederland (1898). Die Nederlandse club heette aanvankelijk NAC (Nederlandse AutomobielClub) en later KNAC (met de K van ‘Koninklijk’).
1904. Aanvankelijk had de ACF de organisatie van zo ongeveer alle belangrijke Europese races in handen. Onbegrijpelijk, gezien het feit dat er toen al elf landen (waaronder Nederland) een eigen nationale automobielclub hadden. Er was dus dringend behoefte aan een wereldwijd georiënteerde automobielclub, die vooral niet partijgebonden was. Daarom werd in 1904 de Association Internationale des Automobile Clubs Reconnus (AIACR) opgericht als overkoepelend orgaan voor alle nationale automobielclubs inclusief die van Amerika. Door de snelle volwassenwording van de auto en in het bijzonder de autosport (elf landelijke automobielclubs in 1904) groeide de behoefte aan een wereldwijd opererende automobielclub.
1946. In 1946 werd de AIACR vervangen door de FIA die de huidige Formule 1 (1947), het Wereldkampioenschap Coureurs (in 1950) en Constructeurs (in 1958) op poten zette.