Een carburateur is een op of aan de motor gemonteerd apparaat dat benzine en lucht tot een brandbaar brandstof-luchtmengsel mengt. Daarbij verandert vloeibare brandstof (benzine) dus in gasvormige brandstof (benzine plus lucht). De carburateur is inmiddels geheel door brandstofinspuiting achterhaald.
VOORGESCHIEDENIS
Uitvinder: Luigi de Christoforo (Italië, 1841) begreep als eerste, dat je vloeibare brandstof kon omzetten in gasvormige brandstof. Omdat er in die periode alleen nog maar stoommotoren (en dus nog geen benzinemotoren) bestonden, kon met die kennis niets nuttigs worden gedaan – nóg niet.
CARBURATEUR MET SPROEIERS
Uitvinder: Julius Hock (Duitsland, 1873). Een sproeier is een gekalibreerd openingetje in de carburateur, waardoorheen brandstof of lucht wordt gevoerd.
CARBURATEUR MET ROTERENDE BORSTELS
Uitvinder: Siegfried Marcus (Oostenrijk, 1880). Bij deze carburateur vegen roterende borstels druppeltjes van het vloeistofoppervlak omhoog, die vervolgens in de langsstromende inlaatlucht worden ‘meegenomen’.
CARBURATEUR MET VLOTTERKAMER
Uitvinder: Wilhelm Maybach (Duitsland, 1886). De vlotterkamer is een reservoir in de carburateur, waar door de benzinepomp aangevoerde benzine vóór gebruik tijdelijk wordt opgeslagen. In 1893 voegde Maybach hier de sproeiers van Julius Hock (1873) aan toe. Deze carburateursoort, in het Engels spray carburetter geheten, stond model voor de ‘moderne’ carburateur. Mogelijk waren de Hongaren Donat Banki en Janos Cszonka eerder geweest, maar die hadden geen patent aangevraagd. Maybach wel.
WEEFSELCARBURATEUR
Eerste auto: Lanchester (Engeland, 1897). In het Engels heet dit een wick carburetter (een wick is het kousje van een gaslamp). Zo’n weefselcarburateur functioneerde zo nauwkeurig, dat voor het eerst de benzine niet slechts tot piepkleine druppeltjes werd teruggebracht maar daadwerkelijk verdampte.
MEERDERE CARBURATEURS OP ÉÉN MOTOR
Circa 1900 brak het besef door, dat een motor beter functioneert als alle cilinders een brandstof-luchtmengsel van ongeveer dezelfde samenstelling krijgen. Eerste auto met twee carburateurs: Amédée Bollée fils (Frankrijk, 1897). Eerste auto met vier carburateurs: Mercedes (Duitsland, 1901). De auto in kwestie was een race-auto met een viercilindermotor. Dit was dus (uitgezonderd bij eencilindermotoren) de eerste motor met evenveel cilinders als carburateurs. Bij de ideale carburateurmotor heeft iedere cilinder zijn eigen apart instelbare mengselfabriek plus een ultra-kort en kaarsrecht inlaatspruitstuk.
CARBURATEUR MET GASKLEP
Eerste auto: Mercedes (Duitsland, 1901). Tot dan toe kon je alleen ‘gasgeven’ door met een handel de voorontsteking te vervroegen en ‘gas terugnemen’ door de vooronsteking te verlaten. In het laatste kwart van de negentiende eeuw had de ontwikkeling van de carburateur gelijke tred gehouden met die van de benzinemotor. Niet zo vreemd, als je weet dat Wilhelm Maybach, uitvinder van de moderne carburateur met vlotterkamer en sproeiers, al die tijd nauw samenwerkte met de ‘uitvinders’ van de praktisch bruikbare personenauto. Dat zal wel één van de redenen zijn geweest, waarom het zo lang duurde voordat de brandstofinspuiting kon ‘doorbreken’.
.
CARBURATEUR MET REMLUCHTSPROEIER
Remlucht is extra lucht, die in de carburateur wordt toegevoerd om een overschot aan brandstof te compenseren. Dankzij deze voorziening was het met deze carburateur handmatig mogelijk om bij toenemende luchtsnelheid de mengselverhouding – weliswaar met handbediening – steeds op een constant niveau te handhaven. Eerste auto met een carburateur met een handmatig bedienbare remluchtsproeier: Panhard & Levassor (Frankrijk, 1902). Eerste auto met een carburateur met automatische remluchtsproeier: Rolls-Royce (Engeland, 1904).
REGISTERCARBURATEUR
Een registercarburateur heeft één carburateurhuis met twee luchtinlaten met twee venturi’s van verschillende diameter. Daarmee kan naar keuze ‘zuinig’ of ‘volgas’ worden gereden. Eerste auto met een registercarburateur: Krastin (Amerika, 1902).
SU-CARBURATEUR
Uitvinders: Carl, George en John Skinner (Engeland, 1905). SU betekent ‘Skinner Union’. Carl, George en John waren namelijk broers. Bij de SU-carburateur is, in tegenstelling tot de gebruikelijke Solex-carburateur, de onderdruk nabij de venturi constant en de doorstroming variabel.
Afbeelding 1 – Maserati (1956).
DUBBELE CARBURATEUR
Een dubbele carburateur is een goedkoper versie van twee carburateurs. dubbele carburateur heeft één huis met één vlotterkamer maar twee aanzuigbuizen. Een dubbele carburateur is goedkoper dan twee enkele exemplaren, terwijl de resultaten nagenoeg eender zijn. Voor een V-motor ligt overigens één dubbele carburateur qua inbouwruimte sowieso meer voor de hand dan twee enkele. De eerste auto’s met een dubbele carburateur waren personenauto’s: Columbia, Matheson en Sterns (Amerika, 1907). Je zou hebben verwacht, dat constructeurs van Grand Prix-auto’s die dubbele carburateur onmiddellijk in hun motoren zouden integreren, maar dat gebeurde pas in 1914 voor het eerst met Delage (Frankrijk).
Het record van de race‑auto met de meeste carburateurs staat mogelijk op naam van een Amerikaanse Miller, die in de 500-mijlsrace van Indianapolis 1931 startte. Die beschikte voor de voeding van zestien cilinders van zijn V16-motor over niet minder dan acht dubbele carburateurs. .
ZENITH-CARBURATEUR
Net als bij de SU-carburateur is bij de Zenith-carburateur de onderdruk nabij de venturi constant en de doorstroming variabel. Het verschil is dat hier gebruik wordt gemaakt van een membraan. Uitvinders: François Bavery (Frankrijk, 1908) en H.M. Hobson (Engeland, 1908).
CARBURATEUR MET CHOKE
De choke helpt de carburateur tijdens de warmdraaifase tijdelijk aan een verrijkt brandstof-luchtmengsel.Eerste auto met een carburateur met choke: Franklin (Amerika, 1917).
Tot in de jaren zestig werden auto’s vaak nog uitgerust met een handbediende choke, hoewel Oldsmobile (Amerika) daarvan al in 1932 een versie met een automatische choke had uitgebracht.
VALSTROOMCARBURATEUR
. Hierbij wordt de lucht van boven naar beneden (dus met de zwaartekracht mee) door de carburateur heen gezogen. Uit deze carburateur werd de Stromberg-carburateur (met constante onderdruk) ontwikkeld. Eerste auto met een valstroomcarburateur: Chrysler (Amerika, 1929).