Een gasturbine is een verbrandingsmotor met een continu verlopende verbranding. De compressor comprimeert de inlaatlucht. Deze verbrandt in de verbrandingsruimte. Het uitzettende gas drijft de turbine aan, die op zijn beurt de compressor aandrijft. Wat overblijft is het beschikbare vermogen.
GASTURBINE
Uitvinder: Charles Parsons (Engeland, 1884).
In 1890 verkregen de Franse automerken Amédée Bollée fils, SFAT en Kriéger het patent om gasturbines voor auto’s te bouwen. Daar bleek niemand iets mee te kunnen, omdat er nog geen materiaal bestond dat voldoende hittebestendig was.
PERSONENAUTO MET GASTURBINE
De eerste personenauto met een gasturbine was een nog zeer experimentele Rover (Engeland, 1949).
Afbeelding 1 – Lotus (1971).
SPORTWAGEN MET GASTURBINE
Veertien jaar na Rovers eerste experimenten met een aangepaste personenauto eindigde een Rover-BRM sportwagen met gasturbine (buiten mededinging deelnemend) op de zevende plaats in de 24-uursrace van Le Mans 1963.
RACE-AUTO MET GASTURBINE
Andy Granatelli (Amerika) schreef voor de 500-mijlsrace van Indianapolis 1967 een race-auto met gasturbine in, waarmee coureur Rufus Parnelli-Jones op een haar na die race won. Een jaar later overkwam Lotus, een Formule 1-constructeur, precies hetzelfde.
In 1971 gebruikte Lotus de op Indianapolis opgedane ervaring om de eerste (en laatste) Formule 1-auto met gasturbine te bouwen (zie afbeelding 1). Deze auto had op snelle banen (en in de regen) wel potentieel, maar bleek op langere termijn toch niet succesvol genoeg om het verschil te maken.
.