‘Hybride’ betekent: tweeslachtig. De eerste hybride uit de historie was het paard/mens, bekend uit de Griekse mythologie. Hybride-aandrijving mag dan lijken op iets van deze tijd, maar dat is zeker niet zo. Rondom 1900 had de interesse van autofabrieken voor hybride-aandrijving te maken met een dreigend tekort aan benzine. Een eeuw later draait het primair om de vervuiling van het milieu.
PARALLEL-HYBRIDE-AANDRIJVING
Bij auto’s met parallel-hybride-aandrijving is de elektromotor (die de auto aandrijft) parallelgeschakeld met de verbrandingsmotor (die de leegrakende accu’s oplaadt maar ook de elektromotor kan helpen met de aandrijving). Eerste auto: Arnold-Benz (Engeland/Duitsland, 1898). De dynamo van deze functioneerde via het vliegwiel als startmotor, maar ook als elektrische hulpmotor naast de benzinemotor als deze het even niet alleen af kon. Op zo’n moment werd de auto dus aangedreven door zowel de benzinemotor als de elektromotor (dynamo). Dat maakte deze Arnold-Benz – min of meer per ongeluk – tot een wel héél vroege hybride-auto, hoewel die term toen nog moest worden uitgevonden.
Eerste auto met een volledige parallel-hybride-aandrijving: Pieper (België, 1905). Omstreeks dat jaar waren elektrische auto’s al goeddeels uit het straatbeeld verdwenen, en daarmee ook dit soort auto’s.
Pas in 1990 kwam daar verandering in, doordat Audi (Duitsland) er weer mee begon te experimenteren. Hierbij werden, anders dan bij latere auto’s met hybride-aandrijving, de voorwielen aangedreven door de ‘normale’ benzinemotor en/of de achterwielen door een elektromotor. Deze auto kon dus naar wens rijden op benzine of elektriciteit. De eveneens parallel-hybride-aangedreven Toyota Prius (met uitsluitend voorwielaandrijving) dateert uit 1997.
In 1998 ontwikkelde het Amerikaanse bedrijf Zytek een parallel-hybride-aandrijvingssysteem genaamd KERS (‘Kinetic Energy Recovery System’ oftewel ‘regeneratie van kinetische energie’). Regeneratie wil zeggen dat energie, die bij een gewone auto niet meer voor verder gebruik in aanmerking komt, alsnog wordt teruggewonnen en omgevormd (geregenereerd) tot een andere vorm van energie die wél weer bruikbaar is. Normaal gesproken gaat tijdens het remmen rem-energie verloren in de vorm van warmte. Bij KERS wordt deze energie opgevangen, omgezet in elektriciteit, opgeslagen in een batterij en op vastgestelde momenten parallel aan de verbrandingsmotor gebruikt om de auto een extra ‘boost’ te geven.
In 1998 zou een met KERS uitgeruste Panoz-sportwagen aan de 24-uursrace van Le Mans hebben deelgenomen, als het zich had weten te kwalificeren.
In 2009 mocht Zytek als eerste en vooralsnog enige KERS-apparatuur aan de Formule 1 leveren.
Vanaf 2014 moest men in de Formule 1 verplicht gebruik gaan maken van een doorontwikkelde versie van KERS: ERS (Energy Recovery Systrem). De naamsverandering geeft aan dat het hier niet meer alléén om rem-energie gaat. Bij ERS wordt op twee plaatsen energie geregenereerd: ten eerste zoals eerder besproken vanaf het remsysteem en ten tweede vanaf de draaiende as van de uitlaatgasturbo. Dat laatste wordt vooralsnog niet op ‘normale’ auto’s toegepast .
SERIE-HYBRIDE-AANDRIJVING
Bij auto’s met serie-hybride-aandrijving is de elektromotor (die de auto aandrijft) seriegeschakeld met de verbrandingsmotor (die alleen de leegrakende accu’s kan opladen).
Uitvinder: A. Burdick (Amerika, 1897). Burdick bouwde een auto met een veermotor, zoals bij een uurwerk. De veer kon op verschillende manieren worden opgewonden: (in stilstand) met de hand of met behulp van een elektrische batterij of (tijdens het rijden) door een door het voertuig eerder opgebouwd momentum, bijvoorbeeld tijdens het afdalen van een helling. Dat laatste aspect komt dus heel dicht in de buurt van de serie-hybride-aandrijving zoals wij die tegenwoordig kennen.
Eerste personenauto met serie-hybride-aandrijving: Lohner-Porsche (Oostenrijk, 1901). Op basis van de volledig elektrische Lohner van 1899 (met twee elektromotoren in de voorwielen) ontwierp Ferdinand Porsche senior in 1901 een auto met vier elektromotoren in de wielen plus een kleine benzinemotor om de accu’s op te laden. De auto zelf kon dus uitsluitend vol-elektrisch rijden. Mede dankzij (voor elektrische auto’s kenmerkende) het enorme startkoppel plus de vierwielaandrijving won Porsche met dit voertuig in Oostenrijk diverse bergklims.
Eerste vrachtwagens met serie-hybride-aandrijving: Daimler en Tillings-Stevens (Engeland,1908).
Eerste gevechtstank met serie-hybride-aandrijving: Holt (Amerika, 1917). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd geëxperimenteerd met hybride-tanks op basis van de Holt-tractor. Daarbij dreef een benzinemotor een dynamo aan, die op zijn beurt twee elektromotoren (voor elke rupsband één) aanstuurde.
Eerste maanauto: Lunary Rover (Amerika, 1971). In dat jaar werden in het kader van de Apollo 15-missie drie mensen en een elektrische auto op de maan gezet. Deze succesvolle maan-buggy werd gebouwd door vliegtuigfabrikant Boeing en Delco Electronics. Wat een spectaculaire gedachte, dat de ontwerpers van het eerste maanvoertuig uit het Apollo 15-project van de NASA) de Lohner-Porsche als inspiratie lijken te hebben gebruikt!