De kit car (letterlijk: auto in de vorm van een bouwpakket) was de eerste van een lange rij probeersels om de mensen zo goedkoop mogelijk te laten autorijden. Een klant die een kit car koopt, krijgt geen kant-en-klare auto mee naar huis, maar een zak vol losse onderdelen. Daarvan moet hij dan zelf (op basis van een donorvoertuig) een auto zien te bouwen.
KIT CARS MET STOOMMOTOR
1901. Eerste kit car met stoommotor: Shatswell (Amerika).
KIT CARS MET BENZINEMOTOR
1901. Eerste kit car met benzinemotor: Dyke (Amerika).
RIJKLARE KIT CARS
1901. Eerste ‘omgekeerde’ kit car: Automobile Construction (Amerika). In dit zeldzame geval bouwde de fabriek dus de auto op met gebruikmaking van door de klant aangeleverde onderdelen.
1907. Eerste kant-en-klaar afgebouwde kit car: Auto-Parts (Amerika). Hierbij nam de fabriek dus de klant het sleutelwerk uit handen. Op zichzelf een goed idee, want de klant verkreeg hiermee een hoge mate van medezeggenschap over de opbouw van zijn auto. Dit was ‘customizing’ in zijn meest oorspronkelijke vorm, zou je ook kunnen stellen. Net zoals op veel andere gebieden haalden ook hier ‘out of the box’ denkende pioniers de kastanjes uit het vuur voor ‘serieuze’ autofabrikanten. De pioniers probeerden alle mogelijke variaties op (in dit geval) het thema ‘kit car’ uit, meestal met weinig of geen succes. Kapitaalkrachtige fabrikanten konden rustig de resultaten van dit soort experimenten afwachten en dan – indien relevant – op grotere schaal hun slag slaan.
MODERNE KIT CARS
1957. Eerste moderne kit car als straatauto: Lotus (Engeland). Na een pauze van ruim een halve eeuw werd het in de jaren vijftig om belastingtechnische redenen aantrekkelijk om een bouwpakket van een auto te kopen en dit vervolgens op te bouwen rondom een populair Engels automerk (veelal Ford). Daarvoor moet dan wel een donor-auto van het juiste merk en type worden aangeschaft. Kit cars kunnen worden onderverdeeld in Lotus 7-achtigen, klassieker-achtigen, replica’s van supersportwagens en amateur-racers van eigen ontwerp. Hoewel de Lotus 7 vermoedelijk niet de eerste moderne kit car was, geldt deze sportauto wel als de stamvader – met Colin Chapman (Engeland) als uitvinder.
1961. Vanaf 1961 konden de motor (Coventry-Climax) en de versnellingsbak (Hewland) min of meer kant-en-klaar worden gekocht en probleemloos worden gemonteerd in een Formule 1-productiechassis van Cooper of Lotus (dat sowieso al erg leek op een Formule Junior-chassis). Dergelijke auto’s werden binnen Formule 1-kringen vaak enigszins neerbuigend kit cars genoemd. Dit resulteerde destijds in enorme startvelden met vooral veel privé-inschrijvingen. Dit was immers veel goedkoper dan dat je als team alles zelf moest ontwerpen en maken.