Bij een luchtveersysteem (of pneumatisch veersysteem) vormt lucht (‘verpakt’ in luchtbalgen) het verende medium. Vaak gebruikt bij zware bedrijfswagens, waarvan de laadvloer zich op een constante hoogte moet bevinden en min of meer waterpas moet blijven.
1817. George Stephenson (Engeland) was de eerste die luchtvering in de praktijk onderzocht. Stephenson hield zich bezig met treinen en niet met auto’s. De treinenwereld toonde echter geen interesse en voor auto’s kwam het fenomeen nog te vroeg. Er gebeurde dus aanvankelijk niets. In 1935, dus ruim een eeuw later, ontwierp Paul Algrain (België) een luchtdrukveersysteem voor treinen dat wel aansloeg.
1913. Eerste auto met luchtvering: Cowey (Engeland). De slijtagegevoeligheid van het rubber van de luchtbalgen stond een acceptabele levensduur van luchtveersystemen vooralsnog in de weg.
1940. General Motors (Amerika) paste als eerste fabrikant luchtvering toe bij autobussen. Momenteel wordt luchtvering alleen gebruikt voor autobussen, aanhangwagens en opleggers.