Het chassis van een auto is het verbindende element tussen alle overige delen: de motor, de carrosserie en de wielophanging. In zijn eenvoudigste vorm is een chassis niet veel meer dan een houten plank. De term ‘chassis’ is overigens een Franstalig woord dat destijds ‘affuit van een kanon’ betekende. Dat zal wel niet los staan van het feit, dat Cugnots uitvinding was ontworpen als artillerietrekker.
1922. Eerste auto met een ruggegraatchassis: San Giusto (Italië). Een ruggengraatchassis heeft in de lengterichting één centrale draagbalk, aan beide kanten voorzien van dwarsgeplaatste uitsteeksels die de carrosserie dragen. Deze constructie werd echter nooit zo populair als het ladderchassis. Kort daarop werd de zelfdragende carrosserie geïntroduceerd en was de rol van zowel het ladderchassis als het ruggegraatchassis (althans bij personenauto’s) grotendeels uitgespeeld.
1923. Bekender dan deze San Giusto waren overigens de Tatra (Tsjecho-Slowakije) en de min of meer daarvan gekopieerde Austro-Daimler (Oostenrijk, 1926).