Een sensor (letterlijk: voeler) meet langs elektronische weg data (meestal drukken, temperaturen, straling en chemie). Deze data worden aan het motormanagement doorgegeven. Dat apparaat zet ze om in stuursignalen (met als grootheid milliampère of volt), waarmee opdrachten aan de ‘uitvoerende’ componenten kunnen worden gegeven. Deze procedure herhaalt zich zonodig tientallen keren per minuut.
Zie elders in dit document::
ANTIKLOPSENSOR [1976]
LAMBDA-SENSOR [1976]