STARTEN DOOR AANSLINGEREN
1886. Eerste auto met één startslinger: Benz (Duitsland). De krukas moest tegen de compressie in worden rondgedraaid (getornd). Na verloop van tijd kregen automotoren een hogere compressieverhouding, waardoor het handmatig aanslingeren van de krukas niet alleen steeds zwaarder werd maar ook riskanter (met een grote kans op polsbreuk).
1899. Bij Decauville (Frankrijk) en Wartburg (Duitsland, licentienemer van Decauville) bevond de motor zich onder de voorste zitplaatsen. Bij deze auto’s kon de motor worden gestart met behulp van een handwiel. in plaats van een startslinger.
1899. Vanwege het gevaar werd er hard gewerkt aan alternatieve startmethoden. Eerste auto met een dubbele startslinger: Amédée Bollée fils (Frankrijk). Dit was een slimme poging om het aanslingeren van de motor in elk geval minder gevaarlijk te maken. Op deze manier kon de terugslag immers door twee polsen worden opgevangen, wat de kans op verwondingen aanzienlijk deed afnemen. Overigens hadden ook de eerste versies van de Volkswagen Kever en de Citroën 2CV (tot de beëindiging van de productie in 1990) nog een dergelijke startslinger in de reparatiekist liggen.
1894. Eerste auto’s met een decompressieklep: Audibert-Lavirotte en Delahaye (Frankrijk). Vóór het aanslingeren moest die decompressieklep met de hand worden geopend. Dan veroorzaakte de tegendruk in de verbrandingsruimtes tijdens het starten geen ’terugslag’ tijdens het aanslingeren. Zo kon de motor gemakkelijker en vooral veiliger worden gestart.
1907. Eerste auto met een automatische decompressieklep: Amédée Bollée fils (Frankrijk). Daarvoor waren op de nokkenas extra nokken aangebracht, die tijdens het aanslingeren de uitlaatkleppen ietwat openden zodat ‘de druk van de ketel was’. In deze periode werd van alles verzonnen om het handmatige starten fysiek gemakkelijker en vooral minder riskant te maken.
STARTEN MET BEHULP VAN EEN STARTMOTOR
1898. Eerste auto met een dynastart: Arnold-Benz (Engeland/Duitsland). Een dynastart is een combinatie van een gelijkstroomdynamo en een elektrische startmotor (die ongeveer eender functioneren). Een goedkope oplossing voor kleine motoren.
1906. Eerste auto met een mechanische startmotor: Ajax (Zwitserland). De startinrichting werd automatisch in werking gesteld, als de bestuurder alvorens in te stappen op de treeplank ging staan.
1911. Eerste auto met een elektrische startmotor: Cadillac (Amerika). Een motor aanzwengelen was gevaarlijk werk, waarbij soms wel eens doden vielen. In 1908 was dat de Amerikaan Byron Carter overkomen. Carter was een vriend van Henry Leland, de directeur van Cadillac. Naar aanleiding van dit ongeluk vond de Amerikaan Charles Kettering de elektrische startmotor uit. Hierbij werd voor het eerst de startmotor via het vliegwiel met de motor verbonden, net zoal tegenwoordig nog steeds het geval is. Dit was een belangrijke doorbraak, en niet alleen omdat een motor aanzwengelen zo gevaarlijk was. Van nu af aan konden ook vrouwen zelfstandig met de Cadillac van hun echtgenoot op stap gaan.
1920. Eerste auto met een startpedaal (en dus ook een mechanische startmotor): Horstmann (Engeland). Door dat pedaal in te trappen werd de startmotor in werking gesteld.