Een tank is een zwaarbewapend gevechtsvoertuig voorzien van rupsaandrijving. De term ’tank’ werd door het Engelse ‘Landship Committee’ gekozen omdat het voertuig qua constructie aan een rijdende watertank deed denken. Een populaire aanname is, dat Duitse luchtverkenners de in Engeland klaar staande gevechtstanks aanzagen voor rijdende waterreservoirs en die zodoende ’tanks’ noemden.
1912. LIancelot de Mole (Engeland) diende in 1912 een ontwerp in van een verrassend modern uitziende gevechtstank, dat echter door de Engelse legerleiding geheel werd genegeerd.
1914. Ernest Swinton (Engeland) ontwierp op basis van de Amerikaanse Holt-tractor een gepantserd voertuig op rupsbanden om door ruw terrein te kunnen rijden. Hierbij werd voor het eerst de term landship (landschip) gebruikt.
1915. De eerste tank ooit woog ‘slechts’ 18 ton en werd dan ook ‘Little Willie’ gedoopt (1915). Het voertuig zou een centrale geschutskoepel krijgen, maar die is er nooit gekomen. Hij diende voornamelijk als prototype voor een grootformaat-tank zoals de Mark IV, die de uiteindelijke afloop van de Eerste Wereldoorlog mede zouden bepalen.
1916. Engeland en Frankrijk hadden in 1916, dus midden in de Eerste Wereldoorlog, ongeveer tegelijkertijd een grootformaat-gevechtstank klaar: de Engelse ‘Mark 1’ en de Franse uitvoering van Schneider (Frankrijk). Van de Mark 1 waren er waren aanvankelijk twee soorten: ‘Father’ was uitgerust met twee kanonnen, ‘Mother’ met twee mitrailleurs. Deze namen tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1916 deel aan de eerste tankslagen op Frans grondgebied. De eerste Duitse tank, de A7V ‘Sturmpanzerwagen’, dateert pas uit 1918, toen het voor Duitsland al te laat was om het tij nog te keren.
1917. In 1917 werd in opdracht van het Amerikaanse leger door Holt geëxperimenteerd met een hybride-aandrijving. Daarbij dreef een benzinemotor een dynamo aan, die op zijn beurt twee elektromotoren (voor elke rupsband één) aanstuurde.
1918. Dezelfde firma Holt bouwde in 1918 een experimentele eenmanstank, waarbij de inzittende een reïncarnatie leek van de middeleeuwse ridder te paard. Het voertuig had een tractor-chassis en werd aangedreven door een motorfietsmotor. Deze eenpersoonstanks voertuigen zijn nooit in de strijd gebruikt maar de nauwelijks grotere tweepersoonstanks (onder meer van Ford) wel.
1918. Nog ‘wilder’ was de geraamtetank uit 1918, gebouwd door Pioneer (Amerika). Dit voertuig bestond uit een ongepantserd buizenchassis, waarbinnen een zwaar gepantserde tweemanscabine (inclusief kanon) tussen de rupsbandframes was ingebouwd. Dankzij het lage wicht was het voertuig in het terrein zeer snel en wendbaar – maar ook erg kwetsbaar.
1918. Min of meer onvermijdelijk in dit rijtje experimenten was de stoomtank uit 1918 die, aangedreven door twee stoommotoren (voor elke track één), qua uiterlijk en grootte overeenkwam met de grote Engelse gevechtstanks. Maar hij was wél twee keer zo zwaar (51 tegen 28 ton) en daarom bleef ook dit project bij een experiment.
1926. Experimenten met amfibische tanks leidden in Japan tot de Lka-M-Sha. Deze was echter pas gevechtsklaar in 1942, net te laat om met enige kans op succes te worden ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog.midden