In het Engels heette een taxi in de negentiende eeuw ‘cab’ (een afkorting van het Franstalige woord ‘cabriolet’). Zo heette het rijtuigje waarmee eind zeventiende eeuw in Frankrijk taxidiensten werden verleend. De term ’taxi’ is een afkorting van ’taximeter’, het apparaat waarmee de taxichauffeur zijn prijs berekende.
1617. De Franse overheid vond het fenomeen ’taxi’ uit door een aantal gegadigden toestemming te geven op bepaalde plaatsen in Parijs een standplaats met traditionele (nog uit de Romeinse tijd stammende) draagstoelen in te richten. In circa 160 verving Nicholas Sauvage (Frankrijk) die draagstoelen door een fiacre, een tweewielig rijtuigje met één paard. Dat was de geboorte van de paardentaxi. In 1823 werd die ook in Londen in gebruik genomen. Beroemd werd daar met name de hansom cab, in 1834 ontworpen door Joseph Hansom.
1896. Eerste auto: Morris & Salom (Amerika). Deze fabriek bracht nog in datzelfde jaar een elektrische versie van de eerder genoemde hansom cab uit. Dit initiatief kreeg spoedig navolging in Engeland (Vauxhall) en Frankrijk (Renault). Binnen drie jaar was de paardentaxi grotendeels verleden tijd en was het gebruik van elektrische auto’s in de stad was destijds volstrekt normaal. Elektrische taxi’s bereikten Duitsland nooit. De eerste taxi met benzinemotor was een Daimler (Duitsland, 1897). Daimler koos hierbij, net als in 1886, voor de gemakkelijkste weg door een reeds bestaand twee-assig rijtuig te voorzien van een motor en een stuurinrichting.
1909. Eerste autofabriek die uitsluitend taxi’s maakte: Gary Taxi Cab Company (Amerika).
1935. De eerste auto met dieselmotor werd gebouwd door Mercedes-Benz (Duitsland). Mercedes-Benz testte eerst haar dieselmotoren op taxi’s uit voordat dieselpersonenauto’s goed genoeg werden bevonden om ze ook aan particulieren aan te bieden. In datzelfde jaar begonnen ook in Frankrijk Citroën en Peugeot met het bouwen van diesel-taxi’s.
Voor meer informatie:
FABRIEK VAN TAXI’S [1909]