Het grootste verschil tussen een tweetakt- en een viertakt-dieselmotor is, dat bij de dieselmotor de ontbranding van het brandstof/luchtmengsel spontaan (dus zonder hulp van een apart ontstekingssysteem) verloopt. Als brandstof wordt dieselbrandstof gebruikt. Verder heeft een dieselmotor altijd lucht genoeg, in tegenstelling tot een benzinemotor.
TWEETAKTDIESELMOTOR VOOR VRACHTWAGENS
Eerste fabrikant van tweetaktdieselmotoren voor vrachtwagens: Cummins (Amerika, 1932). Bij een tweetaktdieselmotor voltrekt het arbeidsproces zich zowel onder als boven de zuiger en duurt het daarom slechts twee in plaats van – zoals bij de viertaktmotor – vier slagen. Cummins maakte geen vrachtwagens maar uitsluitend vrachtwagendieselmotoren in zowel viertakt- als tweetakt-uitvoering.
Afbeelding 1 – Duesenberg-Cummins (1934).
Cummins maakte geen vrachtwagens maar uitsluitend vrachtwagendieselmotoren in zowel viertakt- als tweetakt-uitvoering. In 1934 schreef de fabriek twee Duesenberg race-auto’s in voor de 500-mijlsrace van Indianapolis, de ene voorzien van een viertakt-dieselmotor en de ander met een tweetakt-dieselmotor (zie afbeelding 1). Dat was in de autosport nog nooit gebeurd, ook al betrof het hier slechts licht aangepaste vrachtwagenmotoren. Heel snel ging het dan ook niet, maar de dieselauto’s legden de gehele race-afstand van 500 mijl (800 kilometer) af zonder te tanken. Zo werd het gestelde doel – reclame – ruimschoots bereikt.
TWEETAKTDIESELMOTOR VOOR PERSONENAUTO’S
Eerste personenauto met een tweetaktdieselmotor: AWS (Duitsland, 1951).