Aandrijving van de voor- én achterwielen geeft altijd een betere wegligging, omdat het beschikbare motorvermogen over alle wielen wordt verdeeld. Maar dat is een typisch moderne gedachte. Vroeger gold alleen het voordeel van extra tractie. Dat was geen luxe, gezien de staat waarin wegen in die tijd verkeerden.
VIERWIELAANDRIJVING BIJ EEN STOOMAUTO
Eerste auto: Amédée Bollée père (Frankrijk, 1873). Bij deze auto werd vierwielaandrijving gerealiseerd door ieder van de vier wielen via een ‘eigen’ stoommotor aan te drijven. In 1895 verschenen in Amerika twee stoomautomerken met eenzelfde concept: Caffrey Steam en Sweany. Darmee kon je dus te kon tijdens het rijden kiezen uit een-, twee-, drie- of vierwielaandrijving.
VIERWIELAANDRIJVING BIJ EEN ELEKTRISCHE AUTO
Eerste auto: Lohner-Porsche (Oostenrijk, 1899). Ook hier was vierwielaandrijving mogelijk door elk wiel via een ‘eigen’ motor aan te drijven. Pas nu beseffen we, hoe ver constructeur Ferdinand Porsche senior zijn tijd vooruit was.
VIERWIELAANDRIJVING BIJ EEN MILITAIR VOERTUIG
Eerste auto: Daimler (Oostenrijk, 1902).
Afbeelding 1 – Alfa Romeo (1931).
VIERWIELAANDRIJVING BIJ EEN AUTO MET TWEE MOTOREN
Eerste auto: Silvertown (Engeland, 1908). Elke aangedreven as had zijn ‘eigen’ motor. Eigenlijk was deze Silvertown dus de eerste ‘Bimotore’. ‘Bimotore’ is de erenaam waarmee tweemotorige Alfa Romeo racemonsters tijdens de beginjaren dertig werden aangeduid (zie afbeelding 1).
VIERWIELAANDRIJVING BIJ EEN TRACTOR
Eerste tractor: Heer (Amerika, 1912).
Afb. 2. Miller (1939).
VIERWIELAANDRIJVING EN RACE-AUTO’S
Eerste auto met de motor achterin en vierwielaandrijving: Miller (Amerika, 1939). Harry Miller was een Amerikaans pionier van de voorwielaandrijving, die aan het eind van de jaren dertig op Indianapolis zijn dominante rol was kwijtgeraakt. Hij bouwde toen uit wanhoop een soort kloon van de Auto-Union Grand Prix-auto (zie afbeelding 2), maar dan wél met toegevoegde bijzonderheden zoals vierwielaandrijving en van binnenuit verstelbare schokdempers.
Afbeelding 3 – Kurtis (1948).
Eerste auto met vier achteraangedreven wielen: Kurtis (Amerika, 1948). Deze Indianapolis race-auto (zie afbeelding 3) was uniek. Met de aandrijving op vier in plaats van twee achterwielen was de tractie inderdaad beter, maar het extra gewicht bleek een te grote handicap.
Afbeelding 4 – Cisitalia (1948).
Eerste race-auto met in- en uitschakelbare vierwielaandrijving: Cisitalia (Italië, 1948, zie afbeelding 4). Deze Formule 1-auto was ontworpen door Ferdinand Porsche senior, bijna een halve eeuw na de Lohner-Porsche!. Met deze auto kon de coureur indien gewenst midden in een bocht schakelen van 2WD naar 4WD en vice versa. Alleen al dat idee was geniaal.
Afbeelding 5 – Ferguson (1961).
Eerste auto met ABS en vierwielaandrijving: Ferguson (Engeland, 1961). Deze eenmalig gebouwde Formule 1-auto (zie afbeelding 5) was bedoeld als testvoertuig om de voordelen van ABS gekoppeld aan 4WD te bewijzen. Daarom maakte het ook niet uit, dat deze race-auto gua concept volledig achterhaald was vanwege de voorin liggende motor. Hoewel sensationeel snel in de regen, kwam geen constructeur vooralsnog in de verleiding om ook 4WD in zijn Formule 1-auto in te bouwen, ook al omdat Ferguson destijdsde enige ABS-constructeur was.