Aangedreven door windkracht kon een zeilwagen (in principe een zeilboot op wielen) met relatief hoge snelheid over het strand rijden. Net als de koets geldt de zeilwagen als een voorloper van de automobiel, omdat ze allebei voor de aandrijving afhankelijk zijn van een externe bron (respectievelijk het paard en de wind). Wind is gratis, dus het was niet zo gek dat er in de loop van de eeuwen nogal wat optimistische ‘uitvindingen werden gedaan.
PREHISTORIE
Circa 1800 v.Chr. Uitvinder van de voorloper van de zeilwagen: Farao Amenemhat III (Egypte). Deze farao heeft waarschijnlijk de eerste zeilwagen ooit laten bouwen, waarna deze kennis is overgewaaid naar China. Mogelijk zijn daarop de verhalen gebaseerd van ontdekkingsreiziger Jan Huygen van Linschoten (1596) die Simon Stevin op een soortgelijk idee brachten.
ZEILWAGEN MET TWEE MASTEN
1602. Uitvinder van de zeilwagen met twee masten: Simon Stevin (Nederland). Stevin bouwde voor Prins Maurits een zeilwagen met twee masten. Daarmee reed hij met de prins en nog 26 man aan boord over het strand van Scheveningen naar Petten. Zijn topsnelheid bedroeg een voor die tijd ongeëvenaarde 40 km/h. Uiteraard kon een zeilwagen alleen vóór de wind rijden, dus enig nuttig gebruik zat er niet in.
ZEILWAGEN MET HULPMOTOR
1760. Uitvinder van de gemotoriseerde zeilwagen: M. Genevois (Frankrijk). De beroemde zeilwagen waarmee onze Prins Maurits in 1602 over het strand reed, kwam alleen vóór de wind van zijn plek. Daarom had professioneel zeilwagenbouwer Genevois een soort veermotor in gedachten, bij wijze van hulpmotor. Zo zou hij zijn zeilwagen ook tegen de wind in kunnen laten rijden. Als hij dit idee in de praktijk had gebracht, dan had hij Cugnot kunnen ‘passeren’ als uitvinder van de auto!